Risicothema 2: Fiets

Fietsers zijn een risico in de gemeente Laarbeek vanwege het grote aandeel in aantallen én slachtoffers in combinatie met de beperkte inrichting van fietsvoorzieningen, met name binnen de bebouwde kom. Focus dient te liggen op de oudere fietser. De e-bike is nog een beperkt risico maar dient wel aandacht te krijgen.

Het inwonersaantal van de gemeente Laarbeek is groeiende. Het kennisnetwerk SPV heeft als uitgangspunt dat elke inwoner een fietser is. Dat maakt dat het aantal fietsers in de gemeente Laarbeek toeneemt. De kwaliteit van de inrichting van diverse fietspaden in het fietsnetwerk is bekend. In de gemeente zijn nog 21 wegen met aanliggende fietspaden, 8 daarvan zijn smaller dan 1 meter. Dit betreft de volgende wegen:

  • Albert Pistoriusstraat (Aarle-Rixtel)

  • Heuvelplein-BD (Beek en Donk)

  • Pater Becanusstraat (Beek en Donk)

  • Dokter Timmerslaan-BD (Beek en Donk)

  • Kapelstraat BD (Beek en Donk)

  • Burg v.d. Heuvelstraat (Lieshout)

  • Ribbiusstraat (Aarle-Rixtel)

  • Baverdestraat (Aarle-Rixtel)

Het aandeel letselslachtoffers op de fiets is ca. 24% en al enkele jaren stabiel (ca. 6 per jaar). Dit aandeel is vergelijkbaar met Nuenen (25%). De letselongevallen zijn gelijkmatig verdeeld binnen en buiten de bebouwde kom en vinden vaker plaats op kruispunten dan op wegvakken (24 om 13). De fietsslachtoffers die binnen de bebouwde kom vallen, concentreren zich voornamelijk in de keren Beek en Donk en Aarle-Rixtel. Meer dan de helft van de fietsslachtoffers met letsel is 50+ (21 van de 37). De meeste letselslachtoffers zijn 70+ (8). Dit betekent dat ouderen een groot aandeel hebben in de fietsongevallen.

Figuur 4: Locaties fietsongevallen gemeente Laarbeek (VIA, 2014-2019)

Ook het aandeel e-bike letselongevallen wordt meegenomen onder de fietsslachtoffers. In de gemeente is dit aandeel nog relatief laag, 2 in de afgelopen 5 jaar. Beide slachtoffers zijn 60+, wat aangeeft dat ook met deze vervoerswijze er aandacht dient te zijn voor de ouderen.

Het aandeel fietsongevallen is in werkelijkheid altijd hoger omdat veel van deze ongevallen, met name enkelvoudig, niet (goed) worden geregistreerd. VeiligheidNL geeft meer inzicht in de fietsongevallen in Brabant, wat ook van toepassing is op de gemeente Laarbeek:

  • Kinderen: 27% botsing met voertuig, waarvan 18% met een rijdende fiets. 73% enkelvoudig. 12% oorzaak gedrag ander, 11% door de toestand van de weg, 18% weersomstandigheden, 46% eigen gedrag en 19% zelf afgeleid.

  • Jongeren: 50% botsing met voertuig, waarvan 19% met fiets en 18% met auto. 42% enkelvoudig. 46% gedrag van een ander, 38% eigen gedrag, 23% zelf afgeleid, 3% alcohol, 7% weersomstandigheden en 40% toestand van de weg

  • Volwassenen: 70% enkelvoudig, 25% botsing met voertuig waarvan 6% met fiets en 10% met auto. 36% door gedrag ander, 39% eigen gedrag, 17% zelf afgeleid, 13% conditie waarvan 8% alcohol, 22% weersomstandigheden en 43% toestand van de weg.

  • Senioren: 67% enkelvoudig, 26% botsing met voertuig waarvan 14% met auto en 7% met fiets. 31% gedrag ander, 45% eigen gedrag, 12% zelf afgeleid, 12% conditie, 14% weersomstandigheden en 26% toestand van de weg.

  • Racefietsers: 42% enkelvoudig, 46% botsing met voertuig, waarvan 23% met wielrenner en 14% auto. 49% gedrag ander, 32% eigen gedrag, 8% afgeleid, 23% weersomstandigheden en 35% toestand van de weg

Wat betreft lichtvoering van fietsers (I&W, 2018) is voor Roosendaal, in het onderzoek de enige Brabantse gemeente, bekend dat circa 66% van de fietsers hier voor- en achterlicht voert. Dit is tevens het landelijk gemiddelde. Het is aannemelijk dat het percentage voor Laarbeek rond het landelijk gemiddelde ligt. Gekeken naar doelgroepen dan zien we dat 54% van de jongeren tot 18 jaar voert licht, tegenover 84% van de 50-plussers. Lichtvoering is dus een aandachtspunt voor de gemeente Laarbeek, met name onder jongeren. In tegenstelling tot gewone fietsers voeren elektrische fietsen aanzienlijk vaker licht, circa 93%. Lichtvoering is voor de e-bike dus minder een aandachtspunt.