Aanvullende risicothema’s

De bovenstaande onderwerpen zijn benoemd op basis van destijds beschikbare, openbare, informatie. Door nieuw beschikbare, en meer gemeente specifieke, informatie te betrekken, checken we of er sprake is van aanvullende relevante risicothema’s vanuit de 9 SPV risico(sub)thema’s. In bijlage 2 is aangegeven welke gegevens daarvoor zijn gebruikt. Deze check doen we door een toets op de mate waarin ze in absolute zin[1] een groot risico vormen voor de gemeente (zie hoofdstuk 3 voor de uitwerking daarvan). Deze toetsing leidt tot de volgende aanvullende relevante risicothema’s:

  1. Jongere automobilist (18-24 jaar)

  2. Rijden onder invloed

  3. Afleiding in het verkeer

  4. Verkeersovertreders

In hoofdstuk 3 wordt voor de samengestelde set van risicothema’s, uit de notitie en de aanvullende risicothema’s (zoals hierboven genoemd), verder toegelicht waarom en voor welke aspecten deze thema’s als risico aangemerkt worden en hoe dit risico zich dan uit in de gemeente.

In hoofdstuk 4 wordt vervolgens voor de belangrijkste thema’s aangegeven waar verschillende aspecten die met de risico’s samenhangen elkaar versterken. Hoe deze via ‘overlappende lagen’ op de gemeentekaart kunnen worden benoemd (benoemen van risicolocaties, -trajecten of -gebieden op de gemeentekaart), resulterend in een overzicht van de belangrijkste risicolocaties.

  • 1 Hiermee wordt bijvoorbeeld het volgende bedoeld: het aandeel brommobielen (kwetsbare verkeersdeelnemer) in een gemeente is slechts 0.15% van het totale voertuigenpark. Dat maakt het thema in absolute zin een zeer klein risico. Een verdere verdiepende analyse is niet noodzakelijk omdat we, als onderdeel van het SPV, vooral daar investeren waar de winst voor verkeersveiligheid het grootst is.