Risicothema 7: Jongere automobilist (18-24 jaar)
Het lage aandeel in de bevolkingsopbouw, het hoge voertuigbezit en relatief hoge aandeel in de ongevallen maakt dat de jongere automobilist een risicothema is in 9 van de 21 gemeenten.
Jongere automobilisten (18-24 jaar) zijn een risico in 9 van de 21 gemeenten (Gemert-Bakel, Helmond, Asten, Heeze-Leende, Eersel, Laarbeek, Nuenen, Bladel en Deurne). In al deze gemeenten is het aandeel 18-24 jarigen redelijk stabiel gebleven in de afgelopen jaren (7-8%). In absolute zin wonen de meeste 18-24 jarigen in de kernen, echter, relatief gezien wonen de meeste 18-24 jarigen in de buitengebieden van elke gemeente. Dit zijn ook de gebieden waar het autobezit het hoogst is. Waar dat in de kernen gemiddeld 1-1,5 auto’s per huishouden is, is dat in de buitengebieden 1,5-2,5 auto’s per huishouden. Gezien de afstanden van de buitengebieden naar de kernen is het aannemelijk dat in deze gebieden jonge automobilisten eerder geneigd zijn in de auto te stappen.
Jonge automobilisten zijn in deze gemeenten relatief vaak betrokken bij een ongeval. Het aandeel 18-24 jarigen, afgezet per 1000 inwoners, is gemiddeld in elke gemeente tussen de 14 en 18. Gekeken naar alle letselongevallen met automobilisten is gemiddeld zo’n 30-40% 18-24 jaar. Wanneer specifiek wordt gekeken naar alle ongevallen met 18-24 jarigen is gemiddeld 50-70% met de personenauto. Opvallend is dat het grootste deel van deze ongevallen plaatsvindt in de grotere kernen van elke gemeenten. Hier is een mogelijke link met het gegeven dat men als jongere automobilist vanuit het buitengebied onbekend is met de interactie die in de (drukkere) kernen plaatsvindt met andere type weggebruikers.