Risicothema 2 en 3: Brom- en snorfietsers

Er is een groeiend aandeel brom- en snorfietsen. Dit vergroot in de toekomst de kans op interactie met deze vervoerswijze. Het aandeel slachtoffers op de brom- en snorfiets is relatief hoog, ook in vergelijking met andere gemeenten. De positie van de brom- en snorfiets op de weg staat ter discussie door het hoge aandeel ongevallen op kruispunten van 50 km/u wegen.

Het aandeel bromfietsen in Helmond is 2,75% en blijft stabiel. Dit aandeel is hoger dan ’s-Hertogenbosch (1,8%) en vergelijkbaar met Oss (2,6%). Het aandeel snorfietsen is 9,5% (2019) en met 1,5% gegroeid sinds 2015. Dit aandeel is relatief hoger dan in ’s-Hertogenbosch (8%) en Oss (7%) Het is dus aannemelijk dat er meer brom- en snorfietsen worden verwacht in het straatbeeld en relatief gezien ook meer dan in vergelijkbare gemeenten. Het aandeel slachtoffers op de brom- en snorfiets is 24%. Daarbij zijn alleen de ongevallen op gemeentelijke wegen meegenomen. Dit aandeel is relatief hoog in vergelijking tot en Oss (20%) en iets lager dan ’s-Hertogenbosch (27%). Het aandeel ongevallen is gemiddeld gegroeid in de afgelopen 5 jaar. 55% van de ongevallen vindt plaats op 50 km/u wegen. Er vallen meer ongevallen met brom- en snorfietsers op kruispunten (62%) dan op wegvakken (38%). De meeste slachtoffers op de bromfiets zijn 16-17 jaar (28%), op de snorfiets is dat 18-24 jaar (30%). Op de snorfiets is het aandeel 16-17 jarigen overigens ook 24%. Het hoge aandeel in relatie tot het licht groeiende aandeel brom- en snorfietsen maakt deze kwetsbare verkeersdeelnemers een risico.

Figuur 6: Locaties brom-/snorfietsongevallen in de gemeente Helmond

Figuur 5: Letselongevallen met brom- en snorfietsers naar jaar (VIA, 2014-2019)