Risicothema 3: Fiets

Fietsers zijn een risico in de gemeente Best vanwege het grote aandeel in aantallen én slachtoffers in combinatie met de beperkte inrichting van fietsvoorzieningen in het buitengebied.

Het inwonersaantal van de gemeente Best is groeiende, ook volgens prognose 2030. Het kennisnetwerk SPV heeft als uitgangspunt dat elke inwoner een fietser is. Dat maakt dat het aantal fietsers in de gemeente Best toeneemt. Er zijn verschillende wegen waarbij er geen separate fietsvoorzieningen zijn bij 50 km/uur wegen (zie risicothema 1). Verder is er geen informatie bekend over de inrichting van de fietspaden in de gemeente Best.

Het aandeel letselslachtoffers op de fiets in Best is 24% en daarmee na de personenauto (28%) het hoogste percentage. Dit percentage is hoger dan Oirschot (16%) en vergelijkbaar met Son en Breugel (26%). De meeste ongevallen vallen binnen de bebouwde kom, met een groter deel op kruispunten dan op wegvakken (20 om 9). De fietsslachtoffers die binnen de bebouwde kom vallen, concentreren zich voornamelijk rondom het centrum van Best. De ernstige ongevallen met fietsers hebben echter plaatsgevonden op wegen buiten de bebouwde kom (Ringweg, St. Oedenrodenseweg en Eindhovenseweg). De meeste letselslachtoffers op de fiets vallen in de leeftijdscategorie 70+ (7). Meer dan de helft van de fietsslachoffers is 50+ (20 van de 36).

Figuur 4: Fietsongevallen in de gemeente Best (VIA, 2014-2019)

Het aandeel fietsongevallen is in werkelijkheid altijd hoger omdat veel van deze ongevallen, met name enkelvoudig, niet (goed) worden geregistreerd. VeiligheidNL geeft meer inzicht in de fietsongevallen in Brabant, wat ook van toepassing is op de gemeente Best:

  • Kinderen: 27% botsing met voertuig, waarvan 18% met een rijdende fiets. 73% enkelvoudig. 12% oorzaak gedrag ander, 11% door de toestand van de weg, 18% weersomstandigheden, 46% eigen gedrag en 19% zelf afgeleid.

  • Jongeren: 50% botsing met voertuig, waarvan 19% met fiets en 18% met auto. 42% enkelvoudig. 46% gedrag van een ander, 38% eigen gedrag, 23% zelf afgeleid, 3% alcohol, 7% weersomstandigheden en 40% toestand van de weg

  • Volwassenen: 70% enkelvoudig, 25% botsing met voertuig waarvan 6% met fiets en 10% met auto. 36% door gedrag ander, 39% eigen gedrag, 17% zelf afgeleid, 13% conditie waarvan 8% alcohol, 22% weersomstandigheden en 43% toestand van de weg.

  • Senioren: 67% enkelvoudig, 26% botsing met voertuig waarvan 14% met auto en 7% met fiets. 31% gedrag ander, 45% eigen gedrag, 12% zelf afgeleid, 12% conditie, 14% weersomstandigheden en 26% toestand van de weg.

  • Racefietsers: 42% enkelvoudig, 46% botsing met voertuig, waarvan 23% met wielrenner en 14% auto. 49% gedrag ander, 32% eigen gedrag, 8% afgeleid, 23% weersomstandigheden en 35% toestand van de weg

3 fietspaden zijn aangemerkt als aandachtsfietspaden:

  • Heidebrug

  • Fietsbrug over het Wilhelmina kanaal

  • Pendelroute / Ploegstraat langs het spoor. Hier wordt door het zand gefietst vanwege het ontbreken van een goede verharde verbinding.

De eerste 2 hebben vrij liggende fietspaden maar behoeven aandacht vanuit comfort, de 2e is gemengd en behoeft tevens aandacht vanuit comfort.

Wat betreft lichtvoering van fietsers (I&W, 2018) is voor Roosendaal, in het onderzoek de enige Brabantse gemeente, bekend dat circa 66% van de fietsers hier voor- en achterlicht voert. Dit is tevens het landelijk gemiddelde. Het is aannemelijk dat het percentage voor Best rond het landelijk gemiddelde ligt. Gekeken naar doelgroepen dan zien we dat 54% van de jongeren tot 18 jaar voert licht, tegenover 84% van de 50-plussers. Lichtvoering is dus een aandachtspunt voor de gemeente Best, met name onder jongeren.